Sociaal-emotionele ontwikkeling: Het thema “De dierentuin” leeft bij alle peuters. Elke peuter heeft wel een favoriet dier. Ze mogen zelf ook dieren meenemen voor in onze eigen dierentuin. Als peuterreisje gaan we naar onze eigen gecreëerde dierentuin in het bos, waar de peuters ook een kaartje bij de kassa kopen, een plattegrond krijgen en foto’s kunnen maken van de “dieren” in de dierentuin. Samen met papa of mama en de juffen een gezellige ochtend beleven draagt bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Taalontwikkeling: We bekijken met elkaar de praatplaat van “Bas”. Op de plaat is de dierentuin te zien. Bij deze plaat horen allerlei vragen en spelletjes waarbij we de taalontwikkeling van de peuters stimuleren.Woorden die centraal staan zijn: De dierentuin-de kassa- het kaartje- de rugzak- het hek- de leeuw- de olifant- de papegaai- de aap- de krokodil- de slang- de vissen- de verzorger – het fototoestel. We lezen boekjes over de dierentuin en leren nieuwe dierenliedjes.
Voorbereidend rekenen: In het lokaal richten we een dierentuinhoek in. In deze hoek staat een kassa (met geld). De peuters ervaren wat het begrip “geld” is. Je kan er entreekaartjes kopen om bij de dieren op bezoek te gaan. Alle dieren hebben hun eigen hokje. Een grote leeuw past niet in het hokje van een hagedis. De peuters leren het rekenbegrip “passen en meten”.
Sensomotorische ontwikkeling: Met de schaar knippen de peuters zelf de manen van een leeuw in. Ook gebruiken de peuters andere materialen dan papier om mee te plakken, zoals (ongekookte) pasta en veertjes. We hebben dieren van zachte en harde materialen in onze “dierentuin”. En we spelen met olifanten en houtblokken in de zandtafel.