Het is inmiddels weer herfst, een mooie kleurrijke periode. De blaadjes gaan weer vallen en de kastanjes worden weer gezocht. Helaas gaat het ook weer wat meer regenen, maar de kaarsjes weer aan ’s avonds is weer heel gezellig. Elk seizoen heeft zijn leuke dingen!
Tijdens dit thema gaan we met betrekking tot het stimuleren van de taalontwikkeling aan de slag met: onze thema woordjes, boekjes voorlezen (ook de kamishibai komt weer aan bod), kijkplaten bespreken, liedjes zingen (inclusief de gebaren)en het bespreken van de thema poster. De thema woorden voor deze periode zijn: DE HERFST, DE PARAPLU, DE REGEN, DE REGENJAS, DE REGENLAARZEN, DE KABOUTER, HET BOS, DE BOOM, DE BLAADJES, DE PADDENSTOEL EN DE KASTANJE.
In de klas komen er herfst spulletjes te liggen op onze thema tafel (zoals blaadjes, kastanjes, spulletjes uit het bos) en in de poppenhoek liggen kabouter mutsen en staat er een kabouter thee servies. Zo stimuleren wij de fantasie en het samenspel (de sociaal-emotionele ontwikkeling).
“Toveren” en het “onzichtbare doosje” zijn (bij elk thema terugkerende)onder andere activiteiten die de cognitieve ontwikkeling stimuleren. Bij het toveren leggen we herfst spulletjes op tafel en deze benoemen we en bekijken we. Dan doen we onze ogen dicht en komt het toverstokje tevoorschijn. Er volgt een toverspreuk en….rara.. wat is er weg getoverd en lag eerst op tafel en nu niet meer?
Bij het onzichtbare doosje halen we iets onzichtbaars uit een grote “doos” en we beschrijven wat het is, zonder het woord te benoemen. De kinderen moeten het woord zien te raden waar het om gaat.
Bij beide activiteiten is het altijd weer opvallend hoeveel (vooral ook) de (kleine) kinderen al weten en kunnen benoemen. Erg leuke en geliefde spelletjes die de leidsters met veel plezier doen!
Wij gaan rekenen met de kinderen, hoeveel kastanjes liggen er op de tafel? En als je naar het bos gaat en je vindt er nog 5 hoeveel zijn het er dan etc. We bekijken de kleuren van de bladeren en leggen de nadruk op de kleuren die veel voorkomen in de herfst en we zien de verschillen tussen groot en klein (een dennenappel is groter dan een eikeltje etc).
