Taalontwikkeling:
In het boek komen we verschillende dieren uit het bos tegen die we door middel van een verteltafel willen aanleren. De eekhoorn, de haas, de kikker, de beer en de uil. In het begin heeft de leidster het boek voorgelezen, zonder handpoppen. Nadat de kinderen het verhaal uit hun hoofd kennen, zijn we de handpoppen ernaast gaan gebruiken. Tenslotte werd het boekje door de kinderen onder begeleiding uitgespeeld.
Daarnaast komen er verschillende begrippen in het boek naar voren, zoals puntige oren en grote ogen. Deze begrippen worden besproken en samen uitgebeeld.
Door elke dag met het boekje en de begrippen bezig te zijn, leren de kinderen de taal.
Sociaal emotioneel:
Door samen het boekje te lezen, erover te praten en samen na te spelen ontstaat er onderling contact tussen de kinderen. Ze moeten naar elkaar luisteren, op hun beurt wachten en verbeteren/ ondersteunen elkaar.
In het boekje is uiltje verdrietig omdat ze mama kwijt is. Hier wordt met de kinderen over gepraat. Ben jij mama wel eens kwijt geraakt? Hoe voelde dat? Wat kun je doen als je mama kwijt bent?
Voorbereidend rekenen:
We hebben meerdere tegenstellingen besproken, zoals grote/kleine ogen, verdrietig/blij, puntige/ronde oren, lange/korte oren e.d. Ook hebben we samen de uitjes in de boom geteld
Sensomotorische ontwikkeling:
Natuurlijk hebben we een uiltje geverfd. Lekker verf smeren met een kwast. Na het drogen zijn de ogen en de navel opgeplakt. Verder hebben we met verschillende handpoppen gespeeld, die allemaal weer anders aanvoelen.